Theater aan Zee was fanTAZtisch, om even de meest voor de hand liggende woordspeling te gebruiken. We speelden een vol uur in Vrijstaat O., met zicht op zee (programma Helden aan zee).
’s Ochtends ging ik tijdens het programma Hardgekookt in gesprek met Carlos Alleene en Peter Verhelst. Verhelsts poëzie drink ik zonder maat sinds de dag dat ik zijn debuut Obsidiaan in de bib van Roeselare vond. Ik nodigde Verhelst in 2008 uit voor Literaire Living, m’n poëziefestivalletje in Cultuurkapel De Schaduw (Ardooie). Hij droeg er onder meer het prachtige ‘Als een tafelblad glanzend’ voor, uit zijn bundel Nieuwe Sterrenbeelden.
Tijdens dat ontbijtgesprek op TAZ speelden Bart Couvreur en ik twee nummers akoestisch, met mooie improvisatie van pianist Jelle Vastershaeghe, die we pas twee minuten voor het optreden ontmoetten. En met een geniale inval van een meeuw op 46 seconden.
Daarna gingen we langs bij de goed-gekke presentatoren van Radio TAZ in de kiosk in het Leopold-park. Een warm gesprek, twee akoestische nummertjes, een verzoeknummer (‘Chelsea Hotel #2’ van Leonard Cohen) en na afloop wisselden presentator Jan Ducheyne (Beat is beat, jazz is jazz) en ik bundels uit.
’s Avonds in Vrijstaat O. een goed gevulde zaal voor ons late-night-optreden. Wat een festival, TAZ! Volgend jaar kampeer ik er alleszins een paar dagen. De voorstelling die ik nog kon meepikken, BOG (de hele levensloop in alleen maar infinitieven, je moet het maar doen en kunnen onthouden), won tot mijn vreugde de TAZ-KBC Jongtheaterprijs.
