Oorloglozen
De graven: aanvalsboten
in een zee van gras wachten
op het afgesproken teken
van leven
Dan slepen we soldaten aan
in de steriele kamers van het woord
stelpen bloed met printpapier
het zelfoplossend hechtkoord
van de aandacht
Wij zijn oorloglozen. Onze aderen
ondergelopen loopgraven. Op onze tongen
landen geen verhalen
Waterboard de werkelijkheid
en ze bekent: de dag is een witte vlag
Er wordt wild van man tot vrouw gezwaaid
’s Nachts tasten we naar de helm onder de schedel
de bajonet in de onderarm. We trekken voren in het gras
lopen als hamsters de vijand tegemoet
(Uit: ‘Naar een vaderland’, 2015)