Gondwana
Onze tongen die liefde en oorlog begonnen, rol ze op
Duw onze knieën tegen de borst, armen op de rug
Drijf ons over de rand van het denken
de sprakeloze diepzee in
en wacht af
Achter onze kaken komen kieuwen vrij
aan onze schenen en ellepijpen groeien vinnen
Wij een school kronkelende ruggengraten
We grazen de bodem kaal
Het domme gulzige begin
De afdruk van al wat nog zou komen